Uitspraak 07-008 Positie cliëntenraad t.o.v. vastgoedstichtingen / Jaarrekening

In deze uitspraak gaat het om de toepassing van de Wmcz in vier stichtingen, die met elkaar verbonden zijn. Eén stichting levert zorg en maatschappelijke dienstverlening, de andere drie stichtingen beheren vastgoed en stellen dat ter beschikking aan de stichting die zorg levert. De vraag die in deze uitspraak centraal staat, is of de Wmcz van toepassing is op de vastgoedstichtingen.

De LCvV concludeert dat in dit geval de vastgoedstichtingen en de zorgstichting gezamenlijk de verschillende instellingen in stand houden. Daarbij hecht de LCvV in het bijzonder belang aan het feit dat de vastgoedstichtingen bestuurd worden door de zorgstichting. Omdat de zorgstichting en de vastgoedstichtingen gezamenlijk de verschillende instellingen in stand houden, zijn zij allen 'zorgaanbieder' in de zin van de Wmcz. Dit houdt in dat de centrale cliëntenraad, dan wel - als het een aangelegenheid op lokaal niveau betreft - de betreffende lokale cliëntenraad, bij de besluitvorming binnen de vastgoedstichtingen betrokken hoort te worden conform de Wmcz.

Tevens komt de vraag aan de orde of de centrale cliëntenraad in de gelegenheid gesteld moet worden om advies uit te brengen over de jaarrekeningen van de vier stichtingen afzonderlijk, of over de geconsolideerde jaarrekening van de vier stichtingen gezamenlijk. De LCvV zoekt bij de beantwoording van deze vraag aansluiting bij de definitie die het Burgerlijk Wetboek geeft van een jaarrekening. Dit leidt tot de conclusie dat het adviesrecht betrekking heeft op zowel de enkelvoudige jaarrekeningen als op de geconsolideerde jaarrekening.

 

Aanmaakdatum: 17-12-2007

Gerelateerde documenten

Uitspraak 11-005 Cliëntmedezeggenschap bij wijziging zorgaanbod

Wanneer de invoering van een eigen bijdrage voor een bepaalde activiteit het gevolg is van een grootschaliger beleidswijziging die alle locaties van de zorgaanbieder regardeert, en waarover conform de instellingsregeling de adviesprocedure op centraal niveau is gevolgd, kan een lokale cliëntenraad geen beroep op nietigheid van een onderdeel van ..

Uitspraak 14-003 Medezeggenschapsgeschil na faillissement, reikwijdte van de WMCZ in een vennootschapsconstructie

Een grote aanbieder van zorg aan verstandelijk gehandicapten gaat failliet. De zorg aan jeugd en volwassenen wordt vervolgens door verschillende partijen overgenomen. De volwassenenzorg wordt voortaan verleend door een nieuwe, speciaal hiervoor in het leven geroepen besloten vennootschap. Deze vennootschap beschikt over een WTZi toelating en is eigendom van ..

Uitspraak 11-002 Herinrichting medezeggenschap na fusie en wijziging bij uitgave cliëntenblad

Zorgaanbieder krijgt van twee centrale cliëntenraden geen positief advies over het vaststellen en invoeren van een nieuw reglement ex art. 2 lid 2 WMCZ. Nu blijkt dat geen sprake zal zijn van een wezenlijke verandering in de structuur en medezeggenschapsverdeling ten opzichte van de situatie voor fusie, acht de ..

Uitspraak 09-004 Instelling centrale cliëntenraad

De zorgaanbieder heeft, zonder overleg met de lokale cliëntenraden, een centrale cliëntenraad ingesteld. De leden van de centrale cliëntenraad zijn benoemd door de zorgaanbieder. Het overleg over locatieoverstijgende onderwerpen voert de zorgaanbieder met de centrale cliëntenraad. Eén van de lokale cliëntenraden stelt zich op het standpunt dat hij geen ..

Informatie

Dit is de website van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV). De LCvV wordt in stand gehouden door diverse brancheorganisaties van zorgaanbieders en organisaties voor cliëntenraden in de zorg. Met vragen of opmerkingen over deze site kunt u contact opnemen met de secretaris van de LCvV.