Uitspraak 24–008 Ontbinding van een raad, vergoeding juridische bijstand, uitlatingen zorginstelling over de raad
Een zorginstelling vraagt toestemming voor ontbinding van een lokale cliëntenraad. De LCvV is van oordeel dat de raad niet structureel tekortschiet in de belangenbehartiging en wijst het verzoek af. De raad vraagt de LCvV om de afwijzing van een vergoeding van kosen juridische bijstand te beoordelen en om bepaalde uitlatingen te beoordelen die de zorginstelling over de raad bij derden (binnen en buiten de organisatie) heeft gedaan.
De commissie vindt dat de kosten vergoed dienen te worden en dat de uitlatingen ten onrechte zijn gedaan en gerectificeerd dienen te worden.
Een zorginstelling vraagt toestemming voor ontbinding van een lokale cliëntenraad. De LCvV is van oordeel dat de raad niet structureel tekortschiet in de belangenbehartiging en wijst het verzoek af. De raad vraagt de LCvV om de afwijzing van een vergoeding van kosen juridische bijstand te beoordelen en om bepaalde uitlatingen te beoordelen die de zorginstelling over de raad bij derden (binnen en buiten de organisatie) heeft gedaan.
De commissie vindt dat de kosten vergoed dienen te worden en dat de uitlatingen ten onrechte zijn gedaan en gerectificeerd dienen te worden.
| Aanmaakdatum: | 07-10-2024 |
Gerelateerde documenten
Een zorginstelling wil een clientenraad die nog uit een persoon (alleen de voorzitter) bestaat ontbinden. De raad is in korte tijd twee keer ‘leeggelopen’ waarbij vertrekkende leden hebben aangegeven te zijn weggegaan vanwege de werkwijze van de voorzitter. De voorzitter oefent, met toestemming van de zorginstelling, sindsdien de taken ..
Drie verzoekers stellen dat de huidige cliëntenraad van een zorginstelling dient te worden ontbonden. Zij beschouwen zichzelf als representatief te achten delegatie van cliënten of hun vertegenwoordigers ex art. 13 lid 6 Wmcz2018. De zorginstelling bestrijdt dat en bestijdt daarmee ook de bevoegdheid van de commissie.
De LCvV oordeelt dat dat ..
Een zorgaanbieder kan in redelijkheid besluiten een bepaling in het art. 2 tweede lid sub aWMCZ reglement op te nemen die vrijwilligers (onbezoldigd medewerkers) uitsluit van cliëntenraadslidmaatschap. Dit omdat betreffende vrijwilligers in vergelijkbare relatie tot zorgaanbieder staan als betaalde medewerkers en waardoor conflict van plichten of belangenverstrengeling niet denkbeeldig is.
Een werkgroep die is ingesteld om een nieuw medezeggenschapsreglement op te stellen is geen partij die bevoegd is om - bij gebrek aan overeenstemming over (een deel van) het reglement- een geschil aan de LCvV voor te leggen. De commissie reflecteert naar aanleiding van het voorgelegde geschil op de ..