Uitspraak 15-010 Nieuwbouwplan

Een zorgaanbieder heeft vanaf 2008 het voornemen om een locatie waar ouderen verzorgd en verpleegd worden te gaan vervangen voor nieuwbouw. De cliëntenraad van de betreffende locatie (locatie X) heeft hierbij van de locatiedirectie het recht van verzwaard advies toegekend gekregen en zal nauwgezet betrokken worden. De zorgaanbieder heeft nog meer locaties die vervangen moeten worden en gaat in 2011 een samenwerking aan met een zorgvastgoedinvesteerder om al deze nieuwbouwprojecten uit te kunnen voeren.  Daarbij zal rekening gehouden moeten worden met alle veranderingen die er in de ouderenzorg plaatsvinden zoals het scheiden van wonen en zorg, het zo lang mogelijk -met hulp- thuis moeten blijven wonen van ouderen, en dergelijke. Dit wordt uitgewerkt in een visiedocument (Zorgvastgoed Concept), en de centrale cliëntenraad adviseert positief over de samenwerking en de formulering van de visie.  

De cliëntenraad van locatie X is het vervolgens niet eens met nieuwbouwplannen die in 2014 voor de vervanging van locatie X gepresenteerd worden. De zorgaanbieder past de plannen dan nog gedeeltelijk aan op bepaalde adviezen van de cliëntenraad, maar ook over het aangepaste plan geeft de cliëntenraad geen positief advies. De zorgaanbieder wil dat door met de uitvoering en vraagt de LCvV of het aangepaste plan een redelijk besluit inhoudt.

De LCvV oordeelt dat de zorgaanbieder aan deze cliëntenraad onvoldoende duidelijk heeft gemaakt wat de consequenties waren van het aangaan van de samenwerking met de zorgvastgoedinvesteerder in 2011. Een zeer wezenlijk punt is daarbij dat de zorgaanbieder geen eigenaar van nieuwe gebouwen zal zijn maar alleen huurder (om intramurale zorg te kunnen bieden) danwel aanbieder van thuiszorg aan mensen die zelfstandig een woning gaan betrekken. De LCvV oordeelt dat plannen en visies uit 2008 in feite hun betekenis verloren door 'de nieuwe realiteit' in de zorgsector. Verder gaan met de uitvoering van de nieuwbouwplannen acht de LCvV een redelijk besluit.

Een zorgaanbieder heeft vanaf 2008 het voornemen om een locatie waar ouderen verzorgd en verpleegd worden te gaan vervangen voor nieuwbouw. De cliëntenraad van de betreffende locatie (locatie X) heeft hierbij van de locatiedirectie het recht van verzwaard advies toegekend gekregen en zal nauwgezet betrokken worden. De zorgaanbieder heeft nog meer locaties die vervangen moeten worden en gaat in 2011 een samenwerking aan met een zorgvastgoedinvesteerder om al deze nieuwbouwprojecten uit te kunnen voeren.  Daarbij zal rekening gehouden moeten worden met alle veranderingen die er in de ouderenzorg plaatsvinden zoals het scheiden van wonen en zorg, het zo lang mogelijk -met hulp- thuis moeten blijven wonen van ouderen, en dergelijke. Dit wordt uitgewerkt in een visiedocument (Zorgvastgoed Concept), en de centrale cliëntenraad adviseert positief over de samenwerking en de formulering van de visie.  

De cliëntenraad van locatie X is het vervolgens niet eens met nieuwbouwplannen die in 2014 voor de vervanging van locatie X gepresenteerd worden. De zorgaanbieder past de plannen dan nog gedeeltelijk aan op bepaalde adviezen van de cliëntenraad, maar ook over het aangepaste plan geeft de cliëntenraad geen positief advies. De zorgaanbieder wil dat door met de uitvoering en vraagt de LCvV of het aangepaste plan een redelijk besluit inhoudt.

De LCvV oordeelt dat de zorgaanbieder aan deze cliëntenraad onvoldoende duidelijk heeft gemaakt wat de consequenties waren van het aangaan van de samenwerking met de zorgvastgoedinvesteerder in 2011. Een zeer wezenlijk punt is daarbij dat de zorgaanbieder geen eigenaar van nieuwe gebouwen zal zijn maar alleen huurder (om intramurale zorg te kunnen bieden) danwel aanbieder van thuiszorg aan mensen die zelfstandig een woning gaan betrekken. De LCvV oordeelt dat plannen en visies uit 2008 in feite hun betekenis verloren door 'de nieuwe realiteit' in de zorgsector. Verder gaan met de uitvoering van de nieuwbouwplannen acht de LCvV een redelijk besluit.

Aanmaakdatum: 25-01-2016

Gerelateerde documenten

Uitspraak 25–001 Verhuizing van cliënten

Een zorgaanbieder heeft het voornemen om op een locatie waar cliënten wonen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking of een meervoudige beperking, een deel van de cliënten te laten verhuizen. De locatie bestaat uit zes woningen in een straat, waar in elke woning zes cliënten gehuisvest zijn. De ..

Uitspraak 23-009 Instellen lokale cliëntenraad

Een delegatie van ouders/vertegenwoordigers van clienten van een woonzorglocatie heeft eind 2021 de Raad van Bestuur verzocht om een lokale clientenraad in te stellen. Dat verzoek is afgewezen. In de periode daarna verhuizen de meeste clienten (7 van de 10) van deze locatie als gevolg van een beleidswijziging. De ..

Uitspraak 23-004 Vergoeding aanvullende ondersteuning (spoedprocedure)

Een cliëntenraad wil ten behoeve van een op handen zijnde procedure bij de LCvV graag aanvullende ondersteuning van het LSR gaan inhuren. De instelling wil deze niet vergoeden.

De LCvV oordeelt dat onvoldoende is aangetoond dat de ondersteuning waar de raad al over beschikt (2 medewerkers van de instelling en ..

Uitspraak 24–003 Instellen cliëntenraad

Een representatieve delegatie van ouders en vertegenwoordigers van een kleine zorglocatie wil dat er een lokale clientenraad voor die locatie komt. De zorginstelling heeft in 2022 dergelijk verzoek nog afgewezen maar betwist inmiddels niet langer het recht op lokale medezeggenschap. De delegatie wil desondanks dat de LCvV een uitspraak ..

Informatie

Dit is de website van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV). De LCvV wordt in stand gehouden door diverse brancheorganisaties van zorgaanbieders en organisaties voor cliëntenraden in de zorg. Met vragen of opmerkingen over deze site kunt u contact opnemen met de secretaris van de LCvV.