Uitspraak 25–007 Interne verhuizing

Een zorgaanbieder wil een groep clienten na een interne renovatie, op een andere woning gaan ‘herhuisvesten’. Er werd over deze situatie eerder al een procedure gevoerd over de vraag naar toepasselijkheid van het Wmcz adviesrecht. Hierin oordeelde de LCvV dat dit van toepassing was (lcvv 2025-001), maar de Ondernemingskamer in hoger beroep vond van niet (OK 18 september, zaaknummer: 200.354.168/010K). Partijen vragen nu aan de LCvV om te beoordelen of het adviestraject (ook al was het achteraf bezien wettelijk niet verplicht) wel conform de Wmcz is uitgevoerd en ook zijn ze het niet een over het sociaal plan dat bij de betreffende interne verhuizing hoort.

De commissie oordeelt dat de adviesprocedure is verlopen zoals de wetgever het bedoeld heeft, en oordeelt verder dat het onthouden van instemming aan het sociaal plan niet onredelijk. Dat laatste omdat van de zorgaanbieder wel gevergd kan worden, zoals de clientenraad graag wilde, dat er een interne begeleidingscommissie zal worden ingesteld tijdens het verhuizingstraject.