Uitspraak 23-003 Regeling persoonsgebonden was

Een grote instelling voor ouderenzorg wil een nieuwe regeling gaan invoeren voor de persoonsgebonden was van de bewoners. Er zijn op dat moment drie verschillende regelingen in van toepassing die de zorginstelling wil gaan uniformeren. Ook zal de nieuwe regeling ervoor moeten zorgen dat de instelling niet langer een forse kostenpost heeft aan het wasgoed van bewoners nu daar geen (zorg)financiering meer voor verkregen wordt. De mogelijkheid van kleding wassen op locatie in een eigen linnenkamer zal komen te vervallen; men kan voortaan kiezen uit het laten doen van de was door een externe professionele partij of het zelf regelen met naasten. De tarieven voor het uitbesteden zullen fors omhoog gaan. De CCR heeft hiermee niet ingestemd en de zorginstelling vraagt de LCvV om vervangende toestemming. De CCR stelt bovendien niet bevoegd te zijn; de instemming had volgens hem aan de cliëntenraden van de betreffende woonzorglocaties gevraagd hmoeten worden en niet aan de CCR.

De LCvV oordeelt dat uit de medezeggenschapsregeling van de instelling volgt dat het instemmingsverzoek wel juist geadresseerd is aan de CCR en niet aan afzonderlijke lokale raden hoeft te worden gericht. De commissie vindt het niet onredelijk dat de CCR geen instemming heeft gegeven, de kosten gaan inderdaad aanzienlijk stijgen en voor bepaalde cliënten zal het helpen bij de was als dagbestedingsmogelijkheid komen te vervallen. De commissie constateert dat de CCR wel veel begrip heeft voor de noodzaak van veranderingen en een prijsstijging maar dat er nog geen volledige uitwisseling van informatie heeft plaatsgevonden. Dat er een zwaarwegende belang voor de zorginstelling is op grond waarvan aan de bezwaren van de CCR voorbij gegaan kan worden is op moment van beoordelen nog niet overtuigend gebleken. Het verzoek om vervangende toestemming wordt daarom afgewezen.

Een grote instelling voor ouderenzorg wil een nieuwe regeling gaan invoeren voor de persoonsgebonden was van de bewoners. Er zijn op dat moment drie verschillende regelingen in van toepassing die de zorginstelling wil gaan uniformeren. Ook zal de nieuwe regeling ervoor moeten zorgen dat de instelling niet langer een forse kostenpost heeft aan het wasgoed van bewoners nu daar geen (zorg)financiering meer voor verkregen wordt. De mogelijkheid van kleding wassen op locatie in een eigen linnenkamer zal komen te vervallen; men kan voortaan kiezen uit het laten doen van de was door een externe professionele partij of het zelf regelen met naasten. De tarieven voor het uitbesteden zullen fors omhoog gaan. De CCR heeft hiermee niet ingestemd en de zorginstelling vraagt de LCvV om vervangende toestemming. De CCR stelt bovendien niet bevoegd te zijn; de instemming had volgens hem aan de cliëntenraden van de betreffende woonzorglocaties gevraagd hmoeten worden en niet aan de CCR.

De LCvV oordeelt dat uit de medezeggenschapsregeling van de instelling volgt dat het instemmingsverzoek wel juist geadresseerd is aan de CCR en niet aan afzonderlijke lokale raden hoeft te worden gericht. De commissie vindt het niet onredelijk dat de CCR geen instemming heeft gegeven, de kosten gaan inderdaad aanzienlijk stijgen en voor bepaalde cliënten zal het helpen bij de was als dagbestedingsmogelijkheid komen te vervallen. De commissie constateert dat de CCR wel veel begrip heeft voor de noodzaak van veranderingen en een prijsstijging maar dat er nog geen volledige uitwisseling van informatie heeft plaatsgevonden. Dat er een zwaarwegende belang voor de zorginstelling is op grond waarvan aan de bezwaren van de CCR voorbij gegaan kan worden is op moment van beoordelen nog niet overtuigend gebleken. Het verzoek om vervangende toestemming wordt daarom afgewezen.

Aanmaakdatum: 17-02-2023

Gerelateerde documenten

Uitspraak 23-005 Verstrekking koffie, thee en tussendoortjes

De CCR is het niet (meer) eens met het beleid van de instelling dat cliënten die niet naar de gemeenschappelijke ruimte willen voor het nuttigen van koffie, thee en tussendoortjes, dit niet op hun kamer kunnen krijgen en/of geen vervangende financiele vergoeding hiervoor kunnen krijgen.

De LCvV oordeelt dat het ..

Uitspraak 07-003 Enquêterecht / Model Zorg- en dienstverleningsovereenkomst

Deze uitspraak heeft betrekking op drie besluiten van een zorgaanbieder. Deze besluiten zijn volgens de centrale cliëntenraad nietig omdat de zorgaanbieder de besluiten heeft genomen ondanks een negatief verzwaard advies van de centrale cliëntenraad en zonder de besluiten te laten toetsen door de commissie van vertrouwenslieden.

Het eerste besluit betreft ..

Uitspraak 23-001 Vervangende toestemming nieuwe medezeggenschapsregeling

Een lokale cliëntenraad stemt niet in met een nieuwe medezeggenschapsregeling. Er heeft al lang en breed overleg over deze regeling plaatsgevonden en er is ook al een eerdere procedure bij de LCvV over gevoerd. De lokale raad stemt als enige nog niet in met de regeling vanwege de reglementsbepaling ..

Uitspraak 07-007 Wijziging voor cliënten geldende regeling

Deze uitspraak heeft betrekking op een forensisch psychiatrische kliniek. De directeur wil verbieden dat cliënten eigen computers en mobiele telefoons met meer dan een belfunctie in hun bezit hebben. De cliëntenraad is het niet eens met dit plan en brengt daarover een negatief advies uit. De directeur verzoekt de ..

Informatie

Dit is de website van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV). De LCvV wordt in stand gehouden door diverse brancheorganisaties van zorgaanbieders en organisaties voor cliëntenraden in de zorg. Met vragen of opmerkingen over deze site kunt u contact opnemen met de secretaris van de LCvV.